Thema’s > Tweede wereldoorlog
Hoewel België in 1936 opnieuw resoluut voor een neutraliteitspolitiek koos, kon dit niet voorkomen dat het land betrokken raakte in de Tweede Wereldoorlog. Op 10 mei 1940 werden Frankrijk, Nederland en België door Duitsland aangevallen. Het Belgische leger capituleerde na achttien dagen. Koning Leopold III meldde zich krijgsgevangen en bleef in België, tegen de zin van de regering, die eerst naar Frankrijk en dan naar Londen uitweek.
België werd dit keer volledig door de Duitsers bezet en kreeg een militair bestuur, dat een vrij gematigde politiek voerde. De Belgische zakenkringen wilden een nieuwe ineenstorting van de industrie voorkomen en kozen voor een beheerste productie. De bevolking nam overwegend een afwachtende houding aan, aangezien de bezetting aanvankelijk niet zwaar op het land drukte. Vooral de autoritaire partijen, het VNV en Rex, gingen collaboreren.
Vanaf 1942 werd de bezetting drukkender: de opeisingen, de verplichte arbeidsdienst, de executies van gijzelaars en de deportatie van joden en verzetslieden leidden tot een verandering in de publieke opinie. De eerste georganiseerde verzetsgroepen kwamen tot stand en er werd op grote schaal hulp verleend aan onderduikers, zodat de helft van de joodse bevolking aan deportatie kon ontsnappen.