Thema’s > Federale staat Belgie
De federale (Belgische) staat bestaat uit een federaal parlement, een federale regering en een aantal federale ministeries.
Het federale parlement bestaat uit twee kamers: de Kamer en de Senaat.
In de Kamer zetelen 150 volksvertegenwoordigers. De Senaat, die als ontmoetingsplaats tussen de Gemeenschappen onderling en de Gemeenschappen met de federale Staat geconcipieerd werd, telt 72 senatoren. Het behoort tot de exclusieve bevoegdheden van de Kamer om het vertrouwen aan de regering te schenken of te weigeren. Verder worden in de Kamer de regeringsverklaring, de begroting, het legercontingent, de naturalisaties en de wetten betreffende de aansprakelijkheid van de ministers besproken en gestemd. De Senaat beschikt over de exclusieve bevoegdheid om via het uitbrengen van advies een belangenconflict tussen het federale parlement, de Gemeenschaps- en de Gewestraden op te lossen.
Kamer en Senaat zijn gelijk bevoegd voor volgende materies: de grondwetsherziening, de goedkeuring van internationale verdragen, de wetgeving i.v.m. de structuur, de werking en de instellingen van de Staat m.a.w. alle wetten waarvoor de grondwet hun gezamenlijk optreden verlangt (hoofdzakelijk dynastiekwestie), de communautaire wetgeving, de toekenning van bevoegdheden aan internationale instellingen, de instemming met verdragen, de bijzondere wet waardoor de federale overheid zich in de plaats kan stellen van de regionale als die hun internationale verplichtingen niet nakomen, de wetten op de Raad van State, de organisatie van de hoven en de rechtbanken, de bekrachtiging van de samenwerkingsakkoorden tussen de beleidsniveaus in België.
De federale regering is bevoegd voor defensie, justitie, sociale zekerheid (ziekte- en invaliditeitsverzekering, werkloosheidsreglementering en – uitkeringen, kinderbijslag, pensioenen), binnenlandse zaken: rijkswacht, toezicht op de politiediensten, ordehandhaving, openbare veiligheid, hulpverlening (o.a. civiele bescherming), buitenlandse betrekking: ontwikkelingssamenwerking, buitenlands beleid, coördinatie van de buitenlandse handel, muntbeleid, fiscaal beleid, prijs- en inkomensbeleid, mededingingsrecht, handels- en vennootschapsrecht, arbeidsrecht. Deze bevoegdheden worden behartigd door de verschillende federale ministeries.