Plaatsen > Berendrecht-Zandvliet-Lillo
Berendrecht-Zandvliet-Lillo is na het district Antwerpen het grootst districht van Antwerpen. Het district Berendrecht-Zandvliet-Lillo is 5.266 ha groot en telde 9.581 inwoners op 31 maart 2003
Geschiedenis
De Berendrechtse strijd tegen het water
Berendrecht ‘dijk van de Beer’ volgens de volksmond zou ‘ dijk van de genaamde Béra of ‘doortocht door het moeras ‘ kunnen betekenen. Anderzijds betekent de uitdrukking drecht of tricht overvaart of veer en ber bere ben in het Indo-germaans dam wering of schutting tegen het water (dus overvaart aan de dam).
Het is een oude parochie die reeds bekend was in 1184 en in 1212 als leen van Godfried van Schoten heer van Breda .
De geschiedenis van Berendrecht zal altijd nauw verbonden blijven met de strijd tegen het water. Jarenlang hebben dijkenbouwers met primitieve middelen gevochten om de woonkern te vrijwaren tegen het geweld van het water. Het dorp werd herhaaldelijk overstroomd en gedeeltelijk verwoest o.a. tijdens de 13e de 14e de 16e en de 17e eeuw. Toen in 1328 Berendrecht verzwolgen werd door door het water verplaatste de dorpskern zich naar hogergelegen gronden die door de toenmalige gemeente Zandvliet werden afgestaan. In februari 1953 overstroomde het dorp nogmaals hopelijk voor de laatste keer.
Het dorp had ook veel te lijden van vreemde bezettingen en lag steeds in de directe vuurlijn tijdens de strijd tussen de Noordelijke Nederlanden en de Spanjaarden. Deze beide strijdende partijen gebruikten vaak de tactiek van de strategische overstromingen om het fort van Lillo het inmiddels verdwenen fort De Frederik en de versterkte vesting Zandvliet tot overgave te dwingen. De bevolking was steeds de dupe van de altijd wisselende krijgskansen en vreemde bezettingen..
In de 15e eeuw wordt het Monnikenhof gesticht een voor die tijd prachtig verblijf met hoven en vijvers. Het behoorde toe aan de Abten en Heren van de Sint-Michielsabdij van Antwerpen. Het Monnikenhof was gelegen op de plaats waar zich nu de wijk Viswater bevindt.
In 1958 werden Berendrecht Zandvliet en Lillo bij Antwerpen gevoegd en werd het polderlandschap grotendeels onteigend voor de havenuitbreiding.
Zandvliet vergeten vestingsstad
Zandvliet (in 1135 ‘Santflit’) betekent ‘bevaarbare vliet door het zand’.
Het oudste gekende document dat de naam Zandvliet (Santfliet) draagt dateert uit 1119 .
De kerk van Zandvliet werd meermaals verwoest tijdens de oorlogen tegen Spanje . Zij werd in 1648 wederopgebouwd door de abt van Sint-Michiels van Antwerpen die in 1674 van Karel II de heerlijkheden Santvliet en Beirendrecht bekwam met hoge en lage rechtsmacht.
In 1622 is het de Spaanse veldheer Ambrosius Spinola die een schans met 7 bolwerken rondom Zandvliet bouwt. De vesting diende om Antwerpen beter te kunnen verdedigen tegen de Noordelijke Nederlanden. De werken nemen zes jaar in beslag en gaven het dorp het uitzicht van een versterkte stad. Begin 18de eeuw verjagen de Fransen de Spanjaarden definitief uit Zandvliet en de vesting werd geslecht. In het stratenpatroon van Zandvliet kan men nu nog grotendeels het tracé terugvinden van de toenmalige vesting (Conterscherp Zuidvest Begijnhoeve). Zon honderd jaar later (in 1830 ) wordt België onafhankelijk. Het is J. Bril die de eerste burgemeestersjaal van Zandvliet mag aantrekken. In 1958 wordt Zandvliet in het kader van de havenuitbreiding bij Antwerpen gevoegd en de polder grotendeels onteigend. Toch bleef de naam Zandvliet bekend dankzij de bouw van een van de grootste zeesluizen ter wereld de Zandvlietsluis.
Lillo geschiedenis van een Fort
Lillo (‘Linlo’ ‘Lindlo’) zou zijn naam ontleend hebben aan de plaats waar de eerste hoeve gestaan heeft op een hoger gelegen grond met name ‘Lindelo ter hoeve’ of afgekort ‘Linlo’ zoals het in 1210 nog werd geschreven en waarvan de huidige benaming werd afgeleid. Het Germaanse woorde Li ndo betekende lindeboom en het eveneens Germaanse lauha ‘bosje op hoge zandgrond’. Lillo-Fort heeft in het verleden een belangrijke militaire rol gespeeld. De Noormannen hadden er reeds in de IXe eeuw een versterking. Het Fort van Lillo werd gebouwd in 1573 door Antwerpenaren onder Spaans bewind als bastion ter verdediging van Antwerpen en de Schelde . In 1584 werd de vesting uitgebouwd naar een plan van Willem de Zwijger . De vesting weerstond aan de troepen van Parma die toen Antwerpen belegerde en die de dijken van de Schelde doorstak en aldus een overstroming veroorzaakte die Lillo ongeveer zestig jaar lang onder water zette.
In de loop der geschiedenis onderging dit bolwerk nog vele veranderingen. In 1747 werd het fort bezet door de Fransen om daarna in Oostenrijkse handen te komen. In 1794 ging het weer over naar de Fransen en tenslotte naar de Hollanders tot 1839 .
Wat het Fort van andere versterkingen onderscheidde was de aanwezigheid van een burgerlijke vestiging. In 1830 waren er 34 burgerhuizen met 128 inwoners.
De uitdrukking “van Lillo komen” komt uit (Zeeuws-) Vlaanderen, wat zoveel betekent als “je dom houden”. De verklaring van dit gezegde is onduidelijk. Volgens een overlevering vindt dit gezegde zijn oorsprong in het (ontkennende) gedrag van de inwoners van Fort Lillo na een aan hen toegeschreven strooptocht op Walcheren. Een andere bekende verklaring is, dat de bewoners van Lillo vroeger als dom werden beschouwd, omdat ze vanwege de geïsoleerde ligging van het fort slecht op de hoogte waren van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Ten slotte een laatste verklaring voor dit spreekwoord: het fort is een tijdlang bevolkt geweest door misdadigers die de keus kregen: dienst in het fort Lillo of de galg. Het strenge regime in het fort bestrafte vloeken met het doorboren van de tong d.m.v. een gloeiende pin. (er zouden documenten in Middelburg zijn die bevestigen dat hiertoe regelmatig beulen uit Middelburg naar Lillo gingen). Zo ben je natuurlijk serieus gebrandmerkt voor het leven, kun je niet goed meer praten, en om niet als (ex-)misdadiger herkend te worden kon je je maar beter van de domme houden als je wat gevraagd werd.
In 1958 wordt Lillo eveneens bij Antwerpen aangehecht. Lillo-Kruisweg en Oud-Lillo werden volledig onteigend voor de havenuitbreiding en verdwenen definitief enkel Lillo-Fort bleef bestaan.