Plaatsen > Hillegem

De naam van Hillegem wordt de eerste maal aangetroffen in de jaarboeken van de Gentse St-Pietersabdij tussen de jaren 811 en 870 als ‘Hildenagahem, met aanduiding dat deze plaats gelegen was in de pagus Bracbantensis, “Juxta fluviola Borsitbace” of Borsbeke.
In 1108, 1145 en 1201 schreef men Hillengem; in 1164 en 1198 Hillengen; in 1186 Hillenghem; in 1205 Hillegem en in een charter van 1218 terra Hillini. Met het oog op deze laatste schrijfwijze is het niet moeilijk de naam van dit dorp uit te leggen: Hille, Hillen of Hillo is een oudgermaanse persoonsnaam, zodat Hillegem eenvoudig de woonplaats van de Hillen.

Hillegem is een oude gemeente, er zijn sporen van Romeinse bewoning teruggevonden. Gedurende vele eeuwen werd het leven in deze gemeente gedomineerd door een 3-tal grote boerderijen die nu allen de status van beschermd monument genieten: het Hof ten Berge in de Brielstraat (bestond al in 1425), het Hof ten Dale langs de Provincieweg (oudste vermelding: 1244) en het Hof de Meierij in de Diepestraat, de ‘wieg’ van Hillegem.  Beide laatste hoeven waren tot de Franse Revolutie bezit van de Gentse Sint-Pietersabdij.

 

Tegenwoordig is het echter met een vergrootglas speuren naar enige landbouwbedrijvigheid. Hillegem is nu een dorp van pendelaars. De drukke steenweg doorheen het centrum en de spoorlijn Brussel-Kortrijk hebben dit mede mogelijk gemaakt.  Op ‘Houw’ en ‘Meerlaan’ werd de laatste jaren druk verkaveld.

Hillegem met meer dan 3200 inwoners, is na Herzele de meest bevolkte gemeente van de fusie. In oppervlakte (467 ha) komt het echter slechts op de vijfde plaats.